Call us for reservations: +5999 7472777
Natuurlijk zou je een struisvogel niet zo snel verwachten op Curacao. Toch is het klimaat van Curacao uitermate geschikt voor de struisvogel en kan je dus ook op Curacao alles over de struisvogel te weten komen. Hier alvast even de wetenschappelijke uitleg zodat je straks goed voorbereid bent als je op de Ostrich Farm ze in het echt gaat ontmoeten;
De struisvogel (Struthio camelus) is een Afrikaanse loopvogel. Het is de grootste en zwaarste nog levende vogel en de snelste loopvogel ter wereld. Volwassen mannetjes kunnen tot 2,75 meter hoog en 155 kilogram zwaar worden, maar gemiddeld 1,80 tot 2,10 meter; vrouwtjes zijn iets kleiner en lichter, tot 1,90 meter hoog en 110 kilogram zwaar. De struisvogel heeft krachtige, lange en onbevederde poten. Er zijn aan elke poot twee tenen (de enige vogelsoort met dit aantal), waarvan een grote, sterke met een nagel van 10 cm en een kleinere zonder. De grote teen wordt gebruikt bij het rennen. Struisvogels hebben een relatief kleine kop, maar erg grote ogen. Met een diameter van 50 mm zijn het zelfs de grootste ogen van alle landdieren. De lange, kale nek vertegenwoordigt bijna de helft van de lichaamslengte.
Het lijf is bedekt met veren. Het verenkleed van het mannetje is voor het grootste deel zwart, maar heeft witte vleugeleinden. De staart is in de regel wit tot grijs, maar een ondersoort heeft een kaneelbruine staart. De kop, nek en poten zijn voor het grootste deel ongevederd en grijs tot blauw van kleur. Het vrouwtje en onvolwassen dieren zijn hoofdzakelijk grijsbruin, ook op de licht bevederde kop, nek en poten. De vleugeluiteinden van vrouwtjes zijn vuilwit van kleur.
De struisvogel is de snelste vogel op de grond en het snelste landdier op twee poten. De struisvogel kan een snelheid van 50 kilometer per uur over een periode van dertig minuten volhouden. In een korte sprint kan hij zelfs snelheden tot 70 kilometer per uur behalen, waarbij hij stappen maakt van 3,5 meter. Deze snelheid is mogelijk doordat hij energie erg efficiënt in zijn pezen kan opslaan.
In het paarseizoen vechten de mannetjes met hun sterke poten om de vrouwtjes. Om vrouwtjes voor zich te winnen, voert het mannetje een baltsdans uit. Hij hurkt door zijn poten, spreidt zijn vleugels uit en zwaait zijn felgekleurde nek heen en weer. Het mannetje vormt vervolgens een harem van twee tot zeven (maximaal achttien) vrouwtjes. Een van deze vrouwtjes is het alfavrouwtje. Zij zal de eerste eieren leggen en samen met het mannetje de broedzorg op zich nemen. De lager geplaatste vrouwtjes broeden niet. Het dominante paar wisselt het broeden van elkaar af: het mannetje neemt vaak de nachtdienst. Mocht een roofdier nabij een nest komen, kan een struisvogel opmerkelijk gedrag vertonen, namelijk met de nek languit op de grond liggen om zo minder op te vallen.
Het gezamenlijke nest is vrij eenvoudig; het bestaat vaak uit niet meer dan een stuk geschraapte grond. De vrouwtjes leggen elk zo’n 10-15 witte eieren in het nest. Een struisvogelnest bevat daardoor vaak veertig of meer eieren. Het broedende dier kan echter slechts ongeveer twintig eieren bedekken, waardoor veel eieren niet uitkomen.
De eieren van de struisvogel zijn groter dan die van ieder ander dier: ze hebben een grootte van 15 bij 12 centimeter en een gewicht van 1,3 kg. De eieren worden uitgebroed gedurende 40 tot 45 dagen. De jongen zijn nestvlieders, die drie dagen na het uitkomen het nest verlaten en zich verzamelen in een grote crèche, die wordt beschermd door het dominante paar. Bij ontmoeting met een ander paar met jongen zal een gevecht volgen, waarna het winnende paar de crèche van het andere paar overneemt. Op deze manier kunnen groepen ontstaan van soms wel honderd tot driehonderd dieren. Na negen maanden tot een jaar breekt deze crèche op en zijn de dieren zelfstandig. De struisvogel is na drie tot vier jaar geslachtsrijp. De struisvogel kan wel 30 tot 40 jaar oud worden.
Een struisvogel verdedigt zich hoofdzakelijk op drie manieren, namelijk door hard weg te rennen, te trappen of door zich te verbergen. Wegrennen is een effectieve manier omdat struisvogels een snelheid kunnen bereiken van 65 kilometer per uur, waarbij hij zich in balans houdt met zijn vleugels. Ook is de struisvogel een geduchte tegenstander vanwege de trappen die hij kan uitdelen. Zijn kracht stelt hem in staat om een mensenbeen te breken of een hoek van 45 graden te trappen in een ijzeren staaf van één centimeter dik. Als derde manier ligt hij bijvoorbeeld in het broedseizoen in een kuil en legt hij zijn hoofd en hals plat op de grond, zodat hij er als een graskluit uitziet in de wazige hitte van de woestijn. Wanneer een indringer dan alsnog te dichtbij komt, stapt hij op en gebruikt hij zijn traptechniek.